14 september 2006

12,13,14/09 Trein van Gaya over Varanasi en Jaipur naar Udaipur


De komende dagen zijn veel treingereis, weinig slaap en vuile oksels.
In Varanasi gaan we terug naar Hotel Sunshine en krijgen er voor 100 roupees een kamer voor de middag. Ik heb hard mijn best moeten doen om er 50 af te krijgen en twee minuten later betaal ik domweg 40 roupees voor een rolletje toiletpapier! Ik laat het niet aan mijn hart komen, Liv is ziek en ik moet voor haar zorgen.
We slapen de ganse dag door, herstellen voor de treinreis van 17 uur en een half, die uitloopt tot 19 uur en een half, naar Jaipur!
Jaipur, de hoofdstad van Rajasthan is druk, heel druk, maar het is lang niet als in Varanasi. De straten zijn hier breder, de huizen groter en het verkeer is minder chaotisch. Men gebruikt hier ook minder snel de claxon.
Al gauw hebben we last van een plakvlieg die ons kost wat kost in zijn karretje wil krijgen. Als we hem zeggen dat hij "too pushy!" is begint hij zielig te vertellen over zijn mama! "What the f***?"
Zeven seconden later worden we het slachtoffer van een subliem grappig duo, Lala en Vicky. De ene, Lala, is de chauffeur en spreekt niet zo goed engels, de andere is juweelontwerper en maakt de grapjes. Het gezond wantrouwen dat je hier kweekt, waakt wanneer je je amuseert met hen. Spijtig genoeg konden we er ons niet van ontdoen niettegenstaande dat ze wel te vertrouwen waren. Je denkt gedurig: "Straks, als we ons helemaal geven, pakken ze ons bij ons pietje op de een of ander manier." Het zijn moslims en als we die avond iets drinken, bestelt Vicky een fles bier in ons plaats. Zijn grote broer, die bezig is met twee Chineesjes twee tafels verder, mag niet zien dat hij van het glas slurpt. Heel grappig, een man van 26 jaar! Ontzettend vrolijk en bierboerend nemen ze afscheid, onze trein vertrekt over een uur. Ze laten een heel positieve indruk van Jaipur achter, zelfs veel zin om er es naar terug te keren.
Die middag lieten we ons rugzakken in de "cloak room" (lockerroom). Stomweg vinden we het papiertje niet meer, we zoeken gewoon niet hard genoeg. Het ganse station wordt zowat bij elkaar geroepen om dit incident tot een goed einde te brengen. De politie moet erbij, de stationschef, ik moet een papiertje schrijven waarin staat wat er precies gebeurd is, blablabla. We zijn moe en hebben hier geen zin.
Alles komt toch nog in orde en we houden er zelf een glimlach aan over.
De trein naar Udaipur, 13 uur...
Liv is ontzettend 'hot' in India. Tis eigenlijk onvoorstelbaar. Aan de Taj Mahal moest ze poseren voor de foto met zeker 10 mensen. Eerst dacht ik: "Ze hebben hier nog maar weinig westerlingen gezien waarschijnlijk?" Dat is niet de waarheid. Het is gewoon Liv! Ze zijn niet geinterseerd in mij, enkel in haar. Op de trein naar Udaipur was het super te zien hoe een ploegje 13-jarige meisjes, 'American footballplayers', plotseling rond haar stonden. Ze was de star! Ze wilden met haar op de foto, met haar praten en vooral veel kijken. Een beetje later kregen we te horen dat ze heel hard trekt op een Amerikaanse filmster die in Bollywood heel bekend is...
Nu zitten we dus in Udaipur, rustig stadje in Rajasthan, bijna twee keer zo groot als Gent en hopen dat Liv hier helemaal af raakt van de kwaaltjes van de voorbije dagen.

Kusjes!

12 september 2006

Bodhgaya 9,10,11/09

Wachtend op een trein kwamen we een Japanner tegen, een buddhist. Hij was op weg naar Varanasi om dan naar Bodhgaya te gaan. Elke buddhist wordt aangetrokken door die plaats, de plaats waar hun 'Jesus' het licht bereikte...Een relatief klein dorpje met veel rust en een zen-sfeer trok ons aan na het overvloedig drukke Varanasi.
Slechts 5 uur met de trein. Er moet trouwens gezegd dat Indie zonder de goede treinen veel minder reisvriendelijk zou zijn. Voor zowel toerist als inlander een 'blessing' naast het chaotische mierenverkeer van auto's, fietsen, bussen op de weg.
We regelen een autorickchaw van het station naar het dorp en zijn meteen verkocht. In de plaats van het gekriskras van straatjes, barrakjes, stront, Indiers en koeien krijgen we een portie groen voorgeschoteld. Rijstvelden, frisse bomen, koele bries en slechts 1 straat in het hele dorp. Stiekem probeert een hoteleigenaar ons nog binnen te lokken met de woorden: "I'll make you a cheap price!" Het zal ons worst wezen en stappen uit aan het hotelletje van ons keuze. Een proper huis aan de rand van het dorp, tussen het groen. Achteraf blijkt de bazin een gefrustreerde krent te zijn van een jaar of 40, maar laat dat vooral de rust niet bederven.
We pakken uit en gaan op zoek naar eten. De eerste indruk van deze plaats was wel een beetje te idyllisch. Al gauw plakt er een vriendelijke knul aan ons been die voor gids speelt en zichzelf inveteerd voor het avondmaal. Varanasi ligt nog net iets te fris in het geheugen en we bedanken met een glimlach.
De komende twee dagen hebben ons tot rust gebracht. Dwz dat we bekwamen van ons eerste vier dagen in twee van de drukste plaatsen in het ganse land. Het besef komt dat dit land is zoals het is en dat de karakteristieken nog veel uitgesprokener worden naarmate de hoeveelheid mensen per vierkante kilometer toeneemt.
Je moet ook opletten dat je je energie goed verdeelt. Als je ingaat op elke kans die geboden wordt om dit land te leren kennen, wordt je ziek. Verlies jezelf niet in de veelheid. Soms moet je de lul uithangen en mensen op een ietwat bruute manier afwimpelen, het gaat moeilijk anders. Op die manier kan je een paar keer per dag een gesprek voeren dat dieper gaat dan: "Witch country sir? How long are in India? Where going? Wanna see my shop?"
Het land heeft zoveel meer te bieden dan elke dag twintig klote gesprekjes!
Het is een vuil en smerig land...Leuk? Ja, want dan kan je eens gewoon gaan liggen waar je wilt, bananeschillen op de grond gooien, de rochel die je al een uur zit te irriteren met veel 'goesting' op de grond fluimen, je kruis krabben, je neus peuteren. Kortom je vuilaardslust kan botvieren!
Het is een veel te warm land...Drink veel, luier een beetje in de schaduw en je komt niets te kort.
Mensen hier hebben een grote lust om te werken, zijn vriendelijk, nieuwsgierig en bovenal zijn het mensen. Er wordt, denk ik, veel minder nagedacht en veel meer aanvaard.
De volgende dag gaan we naar de verschillende Buddhistische tempels en ontmoeten we Kapil. Hij is 18, kijkt pienter uit zijn ogen en stelt andere vragen dan de gemiddelde Indier. Hij stelt ons op ons gemak en maakt giechelend wegwijs in hun wereld van trouwen, vrouwen en huisje bouwen.
De derde dag laat hij ons zijn dorp zien en de school waar hij studeert.
Die avond vertrekken we, om 2.00 am hebben we onze trein in Gaya. We nemen de bus alhoewel het ons door iedereen wordt afgeraden. Nu zijn er veel toeristen en dus veel werk voor de rickchaws als iedereen meewerkt om ze in de driewielertjes te krijgen. De bus kost 9 roupees! Tis donker, maar nog veel volk op straat. De bus toetert bijna aan een stuk door om iedereen attent te maken om zijn komst.
Plots links, politie! Er ligt een autorickchaw op zijn kop in de gracht langs de weg! Iedereen lacht...
Liv is een beetje ziek geworden. Eerst in haar darmen en dan in haar maag. Die malariapillen zijn zwaar. We slapen die nacht alletwee een beetje op de vloer van het station! Net als een echte, naast alle andere echten.
Om 7 uur 's morgens komen we aan in Varanasi en liv is echt niet goed...

10 september 2006

Varanasi 7,8,9/9

Net voor we af stappen in Moghulsarai (een stationnetje net voor Varanasi), lezen we in de Lonely (ge weet wel...) dat de fiets- en autoriksjaws rond ons zullen zwermen als vliegen rond een stront. Zo geschiedde: "Sir, sir, you want a taxi? Very cheap! Yes sir, come with me sir. Mam?" We gaan voor de goedkoopste en een weinig later zijn we op de baan. Hij test ons uit. Vinden we het leuk om rap te rijden? Dan rijdt hij rap. Kijken we als zitten we in een achtbaan, dan rijdt hij zeker snel. Hij heeft er duidelijk plezier in, wij ook.

"Hotel Sunsine sir?" Een goede kamer voor 150 roupees. We zijn doodmoe en slapen de ganse dag. We worden uitgenodigd om die avond naar klassieke Indische muziek te gaan. Om de hoek een klein plaatsje, allemaal 'foreigners', een man met tablas en een met een soort fluit. Ik laat de muziek komen, ze komt niet. Er hangt een vervelende spanning in de lucht. Na een uur geven ze er de brui aan en jagen ons buiten, wij waren de oorzaak van de spanning. Een vervelend gevoel blijft hangen. Gelukkig is er het boek dat ik kocht in Delhi "The power of Now" om mij tot rust te brengen.
De volgende dag gaan we terug op zoek naar het boek van de treinen. Niet te vinden! Wel te vinden maar dan in het Hindu. Een zeer vriendelijke man aan het touristenoffice van het station legt ons de weg uit naar een te vertrouwen, door de overheid gesteund zijdewinkeltje. We gaan binnen. We willen eigenlijk enkel kijken. Ze geven ons Chay, thee, en het spel van de verkoop kan beginnen. "Where you from? Belgium? Nice country! Blablablablabla..." Het verraderlijke is bij deze verkoper dat hij het net iets anders aanpakt dan de anderen en je je daardoor op je gemak voelt. De prijzen zijn ook vast, dwz meer vertrouwen. Onbewust denk je: "Hij zal me er niet opleggen." Het tegendeel is waar. Na een half uurtje smooth talkin' en een theetje of twee komen we buiten met de koop van ons leven! Een bedovertrek in zijde van 'good quality' voor 5000 roupees (86euro)! (We hebben achteraf navraag gedaan naar de prijs, zo'n 4000 roupees te veel!)
Je zal nu wel denken: "Hoe naief kan je zijn?" We geven jullie gelijk ware het niet dat we alletwee buitenkomen met een waas in ons hoofd. Ons ogen staan half zo wijd dan anders en het lijkt alsof we alletwee een dikke sigaar (dwz 'joint' voor de niet-ingewijden) achter de kiezen hebben. De waas blijft nog een uur of twee hangen en we krijgen het redelijk benauwd in het onwaarschijnlijk drukke, uitlaatgasvolle verkeer van deze heilige stad aan de Ganges.
We sluiten ons op in ons kamer, doen deur en raam op slot, we hebben er genoeg van. In ons eigen wereldje is er altijd rust te vinden. Na de ontnuchtering en de douche, twee uur later, zoeken we een plaats om op het internet te geraken, sturen jullie een mail (zogezegd om jullie gerust te stellen. Jullie waren niet ongerust want wisten van niets.)
We gaan slapen met een raar gevoel maar we zijn met twee en dat geeft kracht.



Morgen de rest, weeral moe...

Delhi 5+6/9

Fuck, gisteren al een deel geschreven, vergeten opslaan, ik mag dus herbeginnen...

We komen na een vlucht van 6 uur in een airconditioned vliegtuig aan in New Delhi airport.
Knal, boem, pattat...plots heel warm en vooral zeer vochtige lucht. In de aankomsthal staan wel 40 halfuitgeslapen Indiers te wachten om de reizigers in hun taxi te lokken. Liv had een guesthouse gereserveerd en er staat een man met een bordje 'Liv & Stoffee' naar ons te wuiven. We gaan met hem mee. We zien grappige oldtimerachtige auto's en verder niets want het is donker...Een Canadees die op onze vlucht zat moet naar het zelfde guesthouse. Met 1 taxi? Tuurlijk niet, er zijn er 2 besteld, toeristen weten van niets en het is goed voor de Indische economie.
In het pension krijgen we een kamer van 300 roupees in plaats van de bestelde 200 roupees. "We're sorry sir, there is only this..." Te nemen of te laten midden in de nacht in Delhi.
We nemen hem en installeren ons in de kamer. Veel te warm, natte lucht en schrik voor de mosquitos. Gedachten gaan aan het rollen: "Een mug? Nee, geen mug. Fuck tis warm. Morgen, wat zal het zijn? Een mug?" Bijna niet geslapen, we staan op. Ik doe nieuwsgierig het venster open, neem vlug een foto en doe het weer dicht. Een straatje, geen mensen!
We veranderen van guesthouse, daar waar Maai en Alan sliepen en kijken rondom ons heen. Veel mensen, veel kleuren, mooie kleuren, koeien op straat, honden lijken varkens en de goten riolen.
We gaan op zoek naar een boek met de treinuren. We belanden via een vriendelijke kerel in een zogezegd 'Touristofficecenter'. Er is geen plaats op de trein naar Agra (Taj Mahal) voor zeven dagen ver! We gaan akkoord om met een gids en auto door Delhi te rijden en de volgende dag naar Agra te gaan met hem.
In die twee dagen laat hij ons vluchtig een paar bezienswaardigheden zien en vooral de restaurantjes en winkeltjes waar hij commissie krijgt.
Delhi is vooral zeer druk. In Agra is de Taj Mahal heel erg de moeite. Ongelooflijk schoonheid, verhoudingen, materialen en afwerking.
Als hij ons afzet aan de trein richting Varanasi houden we een raar gevoel over. De man op zich is zeer vriendelijk en open (alhoewel de communicatie moeilijk verliep) maar we hebben het gevoel behandeld te zijn als een ordinaire tourist.
De nachttrein op om 's morgens rond 8u Varanasi te bereiken.